"Schrijven is eenvoudig, je moet alles afhakken wat er niet bij hoort"

Gerard Reve

Dit is geen kop

Dit is geen kop

Tijdens een van de onvolprezen Tekstnet-workshops die ik onlangs mocht volgen, werden de collega-tekstschrijvers en ik opgefrist over het onderwerp Koppen Maken. De kop is de kortste samenvatting van het stuk dat je hebt geschreven, leerde ik altijd, en je bedenkt ‘m achteraf. Maar er is meer.

Zo moet een kop pakkend zijn, de aandacht trekken en nieuwsgierig maken naar het stuk zelf. Hiervoor geldt: de kop is kort maar krachtig, leestekens laat je weg en  - het allerbelangrijkst - de kop is de vlag die de lading dekt. Overdrijven mag, een woordspeling ook, maar liegen niet. Wie meer voorinformatie kwijt wil, gebruikt een chapeau en/of een onderkop. Kop, onderkop en chapeau zijn trouwens meestal inwisselbaar.

Maar soms moet je kennis even ergens parkeren.

Want het vak van tekstschrijver ontwikkelt zich, net zoals de taal zelf verandert. En de regels voor het Koppen Maken zijn lang niet meer zo rigide als vroeger. Zo zijn leestekens toegestaan, net als meerdere zinnen in een kop, vraag- en antwoordspelletjes, het vermelden van boek- of albumtitels en zelfs duidelijke fouten zoals het verkeerd gebruiken van een uitdrukking: De prijzen stijgen de pan uit!.

Daarnaast mogen gouwe ouwen weer, ook als zo’n kop lijkt op een boektitel uit de Russische Bibliotheek. De Schatten van de Tsaar, Het Goud der Inca’s,  De Macht van het Geld: je kunt het niet zo oubollig bedenken of het kan opnieuw worden gebruikt. Retro, sharing en recycling: de koppenmaker mag tegenwoordig alles. Lees de kop van dit stuk maar eens. Toch goed, zo’n opfris-workshop.

.