"Schrijven is eenvoudig, je moet alles afhakken wat er niet bij hoort"

Gerard Reve

Beroepsvereniging Tekstnet: van veredelde ballotagecommissie naar kenniscentrum voor permanente educatie

Beroepsvereniging Tekstnet: van veredelde ballotagecommissie naar kenniscentrum voor permanente educatie

De beroepsvereniging van tekstschrijvers Tekstnet staat vanaf 2018 open voor iedereen. Verdwenen is de ballotagecommissie, gekomen is een nog sterkere focus op feedback van collega’s. Daarmee wordt het een kenniscentrum van permanente educatie voor en door de leden, die trouwens kunnen opgaan voor een ‘plusje’. Het enige wat ontbreekt is een meestertitel.

Vakwerk

Om bij het begin te beginnen: een beroepsvereniging bestaat uit leden die vakwerk afleveren. Vakwerk is ambachtelijk, handmatig en geschoold maatwerk. Het vak, het ambacht of het beroep wordt in de praktijk doorontwikkeld, waarbij de persoonlijke overdracht van kennis en vaardigheden centraal staan.

Nog niet zo lang geleden werden mensen die kennis overdroegen meester genoemd en hun leerlingen gezel. Tegenwoordig heb je het over trainer en trainee of over senior en junior. Vooral horecabedrijven en detaillisten leveren vakwerk, maar bijvoorbeeld ook schoenmakers, stoffeerders, kleermakers, huisschilders, meubelrestaurateurs en tekstschrijvers. En allemaal vallen ze onder de ambachtseconomie.

In het SER-rapport Handmade in Holland (2013) wordt de ambachtseconomie omschreven als ‘een onmisbare schakel tussen de kenniseconomie en het dagelijks leven. Ambachten vormen een bron van creativiteit en innovatie en spelen een wezenlijke rol in de innovatieketen.’ De gemiddelde leeftijd van de ambachtsman (m/v) is 45 jaar en vaak is sprake van zij-instromers, zo staat in het rapport.

Dat valt ook op bij onze eigen beroepsvereniging: die van de tekstschrijvers. Veel collega’ zijn afkomstig uit de journalistiek. Of uit het onderwijs, de politiek, de ambtenarij of het communicatie-adviesvak. Of men is net uit de kinderen, dat kan ook.

Ballotagecommissie

De beroepsgroep van tekstschrijvers heeft een eigen vereniging die Tekstnet heet. Tot voor kort kende Tekstnet een ballotagecommissie die teksten van aspirant-leden beoordeelde. Pas na een positief oordeel kon tot het lidmaatschap worden overgegaan. Sinds 2018 echter, is Tekstnet een vereniging zonder beoordelingsprocedure aan de poort.

Wel kunnen leden opgaan voor een ‘plusje’: in de loop van dit jaar wordt duidelijk wat dit precies inhoudt. Uitgangspunt, zo vermeldt de eigen website, is dat regelmatig met collega’s in gesprek wordt gegaan over eigen teksten. Want wie kan er nou betere feedback geven dan je eigen vakgenoten?

Hoofddoel van Tekstnet is of wordt ‘permanente educatie’. ‘De focus gaat liggen op vakverdieping en professionele ontwikkeling. Je zit bij Tekstnet omdat je een betere tekstschrijver wilt worden. Dat bereik je door regelmatig workshops te volgen en te sparren met collega’s,’ aldus nog steeds de website.

Kenniscentrum

Die workshops zijn trouwens een fenomeen op zich. Ik heb er verschillende gevolgd en altijd met een inderdaad-ja-zo-zit-het-gevoel. Het voorkennisniveau van de deelnemers loopt overigens sterk uiteen. Ooit zat ik tussen twee aardige dames: voor de een ging een compleet nieuwe wereld open, de ander had de workshop net zo goed zelf kunnen geven – misschien wel beter. Daardoor werd het trouwens wel een stuk gezelliger. Even fluisteren: ‘Wat bedoelt ze ook al weer, de sheet is alweer weg?’ en je had weer wat extra’s opgestoken.

Eigenlijk sluit de nieuwe doelstelling van Tekstnet compleet aan op de ambachtseconomie uit het SER-rapport: de schakel tussen kenniseconomie en dagelijks leven, een bron van creativiteit en innovatie. Vanaf 2018 is Tekstnet geen veredelde ballotagecommissie meer, maar een kenniscentrum waar iedereen vanuit zijn eigen expertise vakgenoten gestructureerd feedback geeft.

Tussen twee haakjes: dat SER-rapport sluit af met een groot aantal adviezen. Een daarvan is de herinvoering van een meestertitel voor uitstekend vakwerk in een bepaald ambacht. Mijn eigen advies aan Tekstnet zou zijn: doen!